Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Rijkdom

De ambtenaar van de dienst Meetbare Rijkdom veegde nog eens door zijn snor voor hij aan het loket ging zitten. Hij wou niet dat iemand kon zien dat hij net een lekkere botercroissant had gegeten.
“De volgende!”
Een man met sluikse blik schuifelde naar het loket.
“Ja, ik luister.”
“Wel, mijnheer, ik heb het niet zo breed.”
“Hoe breed heeft u het?”
“Eén meter vijfenzestig.”
“Hmm. Dat is inderdaad niet breed. En hoe lang?”
“Ik… ik geloof mijn hele leven al.”
“Dat bedoel ik niet. Er is een breedte en een lengte. Hoe lang?”
“Hoe lang…?”
“U hoeft de vraag niet te herhalen, u kan ze ook gewoon beantwoorden.”
“Maar dat heb ik nooit gemeten, mijnheer, ik dacht dat het feit dat ik het niet breed heb voldoende was om…”
“Mijnheer, u bent er toch op de hoogte van dat er zoiets bestaat als een maatstaf.”
“Jawel, maar…”
“Maar wat?”
“Die kan ik niet betalen. Ik heb het niet zo breed ziet u.”
“Kan u het breed laten hangen?”
“Neen, dat geloof ik niet.”
“Zit u soms op zwart zaad?”
“Ja, meestal wel.”
“Dan stuur ik u een boete voor het illegaal bezit van zwart zaad.”
“Maar…”
“De volgende!”

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.