Onze koning staat ‘s morgens op en dan gaat hij voor zijn rozen een stukje voorlezen uit de Ilias. Daar groeien ze goed van, is zijn oprechte mening.
Dan stapt hij in zijn voorverwarmde pantoffels en gaat hij aan de rand van de vijver ontbijten terwijl hij een boeiende conversatie houdt met de karpers die happend naar lucht van zoveel eruditie bewonderend voorbij flitsen.
Dan is het tijd voor de inspectie van de sleutelgaten. Onze koning heeft in zijn paleis wel 357 sleutelgaten en die wil hij één voor één bekijken.
Hij gaat dan staan loeren om te zien wat je daar precies door kan zien. Dat schrijft hij allemaal op in een grootboek waar op de voorkant ‘Sleutelgaten’ staat gedrukt in gouden letters (romantic voor de kenners).
Naargelang de positie van de deur (open, toe, halfopen, kwart open) ziet hij andere dingen. Maar de tijd gaat verder en de koning heeft nog zoveel te doen.
De volgende gebeurtenis brengt ons naar de paardenstal. Daar geeft de koning hoogstpersoonlijk yogales aan de hengsten.
Daar worden ze rustig van.
En daarna is het tijd voor het middagmaal.
Geroosterde kwarteltjes met een stapel rozijnenboterhammen. Daar is de koning gek op.
En aansluitend een heerlijke middagdut.
Op de koninklijke sofa.
Die altijd besproeid wordt met een geur van gekookte spruitjes. Daar wordt de koning heel rustig van.
En zo gaat de dag maar door met een spekgevulde agenda.
Onze koning heeft het altijd druk.
Maar hij maakt zijn naam helemaal waar.
Onze goeie koning Kirrewiet.