Het was een hete dag in het dorp Clisjée.
“En, kunt ge u verwarmen?” werd er alom geroepen.
“Nogal een weertje, hé!” werd ook veel gehoord.
“Amai nog nie.”
De volledige trommel van gemeenplaatsen en platitudes werd omgekieperd.
“En ça-vakes?”
“Tja, het wil maar niet regenen hé!”
“Beter zo’n weer dan geen weer.”
De ganse voorraad werd er doorgedraaid.
Tot ze op waren.
En dan was het nu wachten.
Op de Clisjéeboer. Die binnenkort zijn nieuwe oogst kwam brengen.
Waarschijnlijk weer een overvloed aan gekapt stro.