“Ik heb gehoord dat we binnenkort gaan stilstaan.”
“Bij wat?”
“Nee, gewoon stilstaan!”
“Maar dat kan toch niet. Je weet wat ze zeggen… Stilstaan is…”
“Dat is mij ook bekend, maar het zou wel eens snel kunnen gebeuren.”
“Voel je het al een beetje?”
“Volgens mij is het al bezig.”
“Ja, ik heb niet de indruk dat we vooruit gaan, maar achteruit ook niet helemaal.”
“Wat is er dan aan het gebeuren?”
“Ik voel het eerder aan als een stap opzij gezet.”
“Dat is nog erger dan achteruit gaan.”
“Kunnen we dit nog terugdraaien?”
“Ik wil het wel proberen. Maar kan jij dan nog een stap opzij zetten? Ik heb daarvoor wat ruimte nodig.”
“Nog één! Waar blijf ik dan?”
“Sorry, maar dat is de beste methode.”
“En dat is dan de nieuwe vooruitgang waarschijnlijk?”
“Zo gaat het nu eenmaal.”
“Vooruit dan maar…”