“Voor alle duidelijkheid wil ik zeggen…” begon de spreker zijn betoog.
Maar er was geen enkele ‘duidelijkheid’ in de zaal, dus niemand voelde zich aangesproken.
“Het is een bekend gegeven…”
Niemand kende het.
“Ons ultieme doel…”
Zover had nog geen enkele van de aanwezigen nagedacht.
“We staan allemaal op één lijn!”
De menigte oogde vooral wanordelijk.
“Ik kom hier later nog op terug.”
Dat kon morgen zijn, volgend jaar, of nooit. Niemand maakte zich daar zorgen over.
“We hebben hier een punt!”
Een detail dus, dacht het publiek.
“We gaan ervoor zorgen dat we er komen!”
Maar waar dan komen, daar had iedereen het raden naar.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat de zaal leegliep voor de toespraak beëindigd was.