Dit is het waargebeurde verhaal van koning Flinterdun, de zoon van Anna Soepstengel en zijne majesteit de vorst van Vissgraedt.
De koning was als kind al heel erg bescheiden. Je kon hem amper zien lopen in de vertrekken van het paleis.
Even tussendoor, de vorstelijke vertrekken zijn altijd gebleven hoor, u hoeft zich daar geen zorgen over te maken.
Maar ik krijg daar soms vragen over, dus…
Prinsje Flinterdun was als kind een kleine eter. Met één erwt of een soepballetje kon hij de hele middag voort.
De kokkin van het paleis hoefde voor hem nooit veel in te slaan en zo kon zij stiekem toch wat achteroverdrukken voor haar eigen gezin.
De vader en moeder van Flinterdun maakten zich geen zorgen over hun kind. Ze hadden er om zo te zeggen geen omkijken naar.
En als ze zouden omgekeken hebben hadden ze hem toch niet kunnen zien, zo dun was hij.
Later, veel later, toen Flinterdun zelf op de troon zat, oplettende dat hij niet tussen de plooien verdween, had het volk van zijn land geen probleem met hun nieuwe heerser.
“Koningen zoals hij zijn dungezaaid.” was een opmerking die we ergens noteerden.
Zijn heerschappij duurt nog steeds, hoewel niemand weet of hij er nog is of niet. Men gaat er van uit dat hij nog steeds op de troon zit. Of tussen de plooien is gevallen.
“En dat is dan het ‘waar’gebeurde verhaal? Wel dunnetjes zeg.”
“Maar daar gaat het toch over. Het is een Flinterdunverhaal. Of niet?”
“Ik zie geen anachronismen of historische fouten, nee. Maar ik blijf zoeken.”
“Veel succes! Je zoekt de naald in de hooiberg.”