Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Onderdak

Desiré haalde zijn sleutel boven om zich via de voordeur toegang te verschaffen tot zijn eigen woning toen een agent achter hem opdoemde.
“Dat zou ik niet doen, mijnheer.”
Desiré schrok. “Maar ik woon hier.”
“Dat weet ik. Maar in het kader van huisvesting van minderheden hebben we twee slotzusters tijdelijk onderdak gegeven in uw sleutelgat. Wet van 6 oktober, artikel 35 ter. Niet gelezen?”
“Nee, mijnheer.” Desiré boog zich voorover naar het sleutelgat en keek er aandachtig door. Twee overigens goeduitziende meisjes wuifden naar hem.
“Hum… zal ik dan maar binnengaan langs de achterkant? Ik heb daar ook een sleutel van.”
“Dat zou ik u aanraden ja. Let u trouwens ook op want in uw huis hebben we ook nog wat mensen ondergebracht.”
Desiré was nu helemaal van zijn melk.
“Wie nog?” stamelde hij.
“Even op de lijst kijken. Wie heeft u nog te logeren? Ja.. hier. Drie tafelspringers. Gebruikt u de tafel veel?”
“Nee, ik kan wel zonder.”
“En verder… een zestal muurbloempjes. Dat is het eigenlijk. Denk ik. Nee, wacht, ook nog zeven deurwaarders. Dus voor u een deur opendoet…”
“Zal ik misschien tijdelijk in een hotel gaan wonen?”
“Die zitten vol. Zal ik u op de lijst van de daklozen zetten?”
“Als dat zou kunnen.”
“Geen probleem. Maar het kan wel even duren voor we iets vinden. De meeste huizen hebben namelijk een dak.”
“Ik begrijp het. Maar ik kan wachten hoor.”

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.