“Hoeveel vraagt u om… euh…”
“100 euro per uur. Als je een ganse namiddag wil blijven kost het 250 euro en dan ga ik niet op de klok kijken hoor. Dan zeg ik andere klanten ook wel af.”
“Maar we gaan telkens toch door tot aan het einde?”
“Ja natuurlijk, ik sta bekend om kwaliteit in de service.”
“Voor die prijs mag dat wel dacht ik.”
“Er valt hier niet af te bieden, sorry hoor.”
“Dat bedoel ik niet, maar ik kan het verloop van de namiddag toch wel zelf bepalen.”
“Jij mag zeggen waarmee we beginnen.”
“En ben jij dan zo iemand die na afloop stilvalt of kunnen we er dan nog een beetje over napraten?”
“Dat kan zeker. Ik ben heel belezen dus ik heb wel wat te vertellen.”
“En moet ik iets consumeren want dat kan de prijs opdrijven natuurlijk?”
“Nee, dat hoeft niet. Wanneer zouden we dat nog doen, lieverd? Wat denk je, zullen we er maar aan beginnen? Ik ben er klaar voor.”
“Nee, ik doe het toch maar niet. Ik ga naar oma.”
“Naar oma?”
“Ja, die leest me een ganse middag sprookjes voor, voor niets. En soms krijg ik er zelfs een cent bij achteraf.”
“Maar dat is oneerlijke concurrentie! Daar kan ik niet tegenop!”
“Sorry hoor mevrouw. Maar ik zie dat er nog een kindje aan de deur staat. Zal ik het bij het buitengaan binnenlaten?”