De koning stond zich te scheren voor de koninklijke scheerspiegel. Straks zou hij zich naar rechts verplaatsen zodat hij voor de koninklijke tandenpoetsspiegel stond, maar nu was hij zich dus nog aan het scheren.
Achter hem stond de voltallige hofhouding gebiologeerd toe te kijken hoe de koning zich van zijn stoppels ontdeed.
Hij draaide zich om en met de handdoek, waar een gouden M in geborduurd was, droogde hij zijn aanschijn af.
“Ik heb vannacht vreemd gedroomd.” sprak de koning de groep toe.
“Jullie waren helemaal geen volgelingen meer, maar jullie ontketenden een complete paleisrevolutie. Wie schetst mijn verbazing toen ik dit allemaal te weten kwam.”
Jonas, de jongste hoveling sprong naar voor en boog diep.
“Ik wil dat voor u doen, heer.”
“Wat wil jij doen, Jonas?”
“Uw verbazing schetsen, heer. Ik kan dat wel.”
“Euh… goed dan.”
En geholpen door de instructies van de koning begon Jonas aan de schets.
De volgende dag werd de schets opgesteld in de hal van het paleis zodat alle hovelingen die passeerden, er een blik op konden werpen.
Wie de schets bekeek, zag dat iedereen er op stond van het gevolg, behalve Jonas.
Dat gaf de anderen toch een naar gevoel.
Wie later die dag Jonas fluitend tegenkwam, keek naar.