Delphine graaft een putje.
Zomaar?
Nee, Delphine is op zoek naar het ultieme.
En daarvoor gaat ze diep.
“Heb je al iets gevonden Delphine?”
“Oh jawel, ik ben al ondergraven zekerheden tegengekomen en onbevestigde dieptes.”
“Maar het ultieme? Waar je dus eigenlijk naar op zoek bent?”
“Weet u, toen ik hieraan begon wist ik dat dit wel eens een lange reis kon worden. Het ultieme kom je niet op dag één tegen zal ik maar zeggen.”
“En dag twee?”
“U bent blijkbaar niet bekend met het ultieme. We spreken hier over jaren, ja zelfs lichtjaren.”
“Indrukwekkend!”
“Het zou dus kunnen dat u en ik dit niet meer meemaken.”
“Dus tot die tijd…”
“Blijf ik graven. En misschien ga ik wel baronnen of rentmeesteren of misschien wel ridderen in plaats van graven. Als ik er maar kom.”
“U vertelt het ons als…”
“U bent de eerste die ik in kennis stel. Le premier zeg maar.”