De ‘Kruyden’, dat was de verzamelnaam van de groep gewassen die vonden dat cultuur een onmisbaar stuk van hun leven was. Je kon ze natuurlijk gewoon bestempelen als ‘Kruiden’ maar ze vonden de oude naam als groepering zo schattig. “Pure nostalgie!” kirde het alsemkruid.
De Kruyden organiseerden bij het einde van hun cultuuractiviteiten altijd een toneelavond. Dat was naar traditie een toneelstuk met avantgardistische inslag.
Die avond stond er geprogrammeerd: De dada van de badkamer.
Het was, ik kan het niet ontkennen, een moeilijk stuk. Sommigen bestempelden het als saai, andere kruiden vonden het een meesterstuk.
Wie waren de spelers? Je had de badborstel in een ruige rol, het douchegordijn fungeerde vooral als decorstuk.
Dan had je nog de badeendjes die een prachtige intro zongen waarvan ik de tekst vergeten ben, maar het thema draaide rond het afvoerputje.
De badmat citeerde moeiteloos een gedicht van Rimbaud. Een ontroerend moment.
Maar het stuk zeep had een glansrol. Dat was voor iedereen duidelijk.
En die kreeg dan ook een geurige ovatie van de verzamelde kruiden.
Een proper einde van het cultuurseizoen van de Kruyden.