“Had ik jou al verteld van Begin, Midden en Slot?”
“Zegt me niks.”
“Wel, alles begint natuurlijk bij het Begin.”
“Dat weet ik ook wel.”
“Maar wacht, Begin staat bekend als onstuimig, jong, vol verwachting, allez er kan niets fout gaan, snap je?”
“Ik dacht dat alle Begin moeilijk was?”
“Dat is enkel voor pessimisten en niet-durvers zo. Maar alle anderen zijn vol van het prille Begin.”
“Tot daar ben ik mee.”
“En dan Midden, hét midden.”
“Dat is het midden zeker?”
“Het midden is mogelijks een keerpunt. Er zijn al mensen geweest die naar het Midden komen en daar een gans andere weg inslaan.”
“Dus Midden leidt niet automatisch naar..”
“Midden kan heel mediocre zijn. Er zijn er die van daar naar links gaan alhoewel ze rechts wilden gaan en omgekeerd.”
“Ingewikkeld zeg!”
“Het gaat maar over drie plaatsen maar je kan onderweg aardig de weg verliezen.”
“Dat merk ik, ja.”
“En dan Slot.”
“Het einde dus.”
“Dat zou ik niet zeggen. Er is niets zo veilig als een Slot. Daar komt niemand binnen, wordt zelden veroverd en staat als een burcht.”
“Dus met Slot zit je altijd goed?”
“Dat spreekt voor zich. En bovendien, je kan niet in zeven Sloten tegelijk lopen.”