“Beste medebewoners, vanaf vandaag zijn we bij wet allemaal ordinair!” verkondigde de stadsmededeler.
De menigte die was samengekomen voor de wekelijkse aankondigingen viel stil en keek mekaar aan.
Ordinair?
“Dat wil zeggen dat we wat meer orde moeten hebben!” riep iemand.
“Hors de l’air! Meer buitenlucht!” vertaalde een andere fout.
“Ik voelde me al de ganse tijd ordinair! Mijn vader heeft nog in het leger gediend. Hij heeft een medaille Ordinair.”
“En waar is die medaille dan?” sneerde iemand anders.
“Die houd ik ergens apart bewaard, want die is ordinair!”
“Ik heb laatst Frank de wolf gezien en die sprak over ons als een heel ordinair volk.”
“Dus dan zijn we het al! Als Frank het zegt.’
Gejuich alom.
“Moeten we hem niet opzoeken, dan kan hij komen bevestigen dat wij ordinair zijn?”
Frank, je mag het komen uitleggen.
Vorig sprookje