Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Kaarsen

Papa kaars stond zo recht als zichzelf.
“Familie, we moeten praten.”
Iedereen was aandachtig aan het luisteren, behalve Nonkel Willy.
Die stond te walmen, maar hij had een drankprobleem, dat wist iedereen.
“We gaan zelden uit, en dat hoort ook zo. We zijn een nette familie.” oreerde vader.
In de verte klonk gegiechel en geplons.
“Dat geldt ook voor jullie, dompelkaarsjes!” riep vader, maar het hielp niet veel.
Het was veel te prettig in het water en de kaarsjes leefden zich uit in een spontane badparty.
“Ik ben echt wel in mijn wiek geschoten, familie, en sommigen onder ons zijn misschien afgestompt door de gebeurtenissen, maar ik wil hier toch duidelijk stellen dat ons bestaan als kaarsenfamilie altijd al het licht heeft kunnen verdragen.”
Alle kaarsen knikten en eentje snoot zijn neus.
“Wij worden systematisch vervangen door theelichtjes en dat vind ik ondragelijk!” Papa was nu echt witheet.
“Wij zijn als was in de handen van de consumenten en dat mag niet langer! Mijn vrouw, Parafientje, heeft het onlangs nog…”
Een zuchtje wind doofde alle vlammen van alle kaarsen.
“Ik vraag gewoon een beetje solidariteit en dan heb je dit. Ik ben er vet mee.” Vader klonk ondanks alles een beetje uitgeblust.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.