“Ik weet het antwoord niet.”
“En dan?”
“Ja, zal ik hem dat dan zeggen?”
“Waarom niet?”
“Omdat ik dat zo affrontelijk vind.”
“Daar is toch niks aan, zeg dat gewoon!”
“Jij hebt makkelijk spreken, jij kent hem niet.”
“Jij wel dan?”
“Nee, ook niet echt.”
“Maar waar wacht je dan op? Ben je moedig of niet?”
“Ja, dat wel, maar…”
“Maar?”
“Ach, ik zal het dan maar gaan zeggen.”
“Kijk, nu vind ik je weer een flink meisje.”
“Jaja, maar ik mag het wel gaan doen.”
“Succes!”
“Dag mijnheer, ik kom u maar zeggen dat ik niet weet dat u Repelsteeltje heet. Excuus daarvoor.”
Vorig sprookje