“U had mij laten komen, mijnheer?”
“Ja!” zei de man geëxalteerd, “U schijnt nogal wat af te weten van merkwaardige fenomenen.”
“Ik weet er alles over, mijnheer.” antwoordde de eerste droog.
“Wel, dan moet u mij dit eens uitleggen.”
En samen wandelden ze tot achter het huis.
“Kijk, hier heb ik niets geplant en toch groeit hier vanalles.”
“Dat is onkruid, mijnheer. Ik hoop dat u me daar alleen niet voor hebt laten komen.”
“Ik vind dat toch merkwaardig…”
“Nogmaals, het is onkruid.”
“Maar kan u me dan eens het verschil uitleggen tussen kruid en onkruid?”
“Mijnheer, dat is allemaal al heel lang vastgelegd.”
“Ja, dat geloof ik, maar dit groeit gewoon vanzelf blijkbaar, dus daar hadden ze toch een andere naam voor kunnen bedenken.”
“(Verveelde zucht) Wat is uw suggestie?”
“Ik dacht aan Volledigzichzelfindenatuurontwikkelendkruid.”
“Ik noteer uw suggestie.”
“Maar niet van harte, precies. Ik weet niet of u hier echt mee verder gaat.”
“Gelooft u in sprookjes, mijnheer?”
“O zeker!”
“Dan maakt u nog een kans. Nog een fijne verderzetting van de dag.”