Het meisje stond voor de deur met een pakje papieren in de hand.
De jongeman die opendeed keek enigszins verwonderd.
“Dag mijnheer, het is voor een enquête!”
Daar doe ik nooit aan mee, dacht hij.
“Zeg maar mevrouw.”
“Het is juffrouw.”
Dat is leuk om weten, dacht hij.
“Zegt u maar.”
“Heeft u onlangs nog een grasmaaier gekocht?”
Wat een domme enquête, dacht hij.
“Euh.. nee, maar ik overweeg het wel.”
“Zou u voor dit merk kiezen dan?”
Dat merk ken ik niet eens, dacht hij.
“Ik heb er al eens over gehoord, een goed merk naar het schijnt.”
“We hebben een goede reputatie.”
Wat een leuke jongen, dacht zij.
“Heeft u een telefoonnummer, ik bedoel een folder van de firma?”
Het meisje kon haar giechel net inhouden.
“Die heb ik hier. Aarzel niet om ons bedrijf te contacteren.”
Zou zij dan aan de telefoon komen, dacht hij.
“Nu, mijnheer, tot een volgende keer.”
Reken maar! Dacht hij.
“Misschien, juffrouw, misschien.”
En het meisje vertrok.
Zullen we mekaar nog terugzien? Dat dachten ze beiden van harte.