Jef, de eekhoorn en Glenn, de bruine beer zaten samen om het eindejaarsfeest van het bos voor te bereiden.
“Heb jij een idee?” vroeg Glenn, die zelf nog geen idee had.
“Ik heb al wat gebrainstormd.” zei Jef, die nog niet gebrainstormd had en hoopte dat Glenn met een idee kwam.
“Dan komen we wel ergens met dat feestje.”
“Ik denk het wel! Ik ben er zelfs van overtuigd dat dit het beste feestje wordt in jaren.”
“Zo eentje waar we achteraf van zeggen…”
“Dit was het beste feestje in jaren, ik zei het al.”
“Ja, ik zie het al voor me, al die blije koppen.”
“We moeten vooral een concept hebben.”
“Een concept?”
“Ja, een thema waar het feest over gaat.”
“Kunnen we niet gewoon een barbecue doen?”
“Dat kan, maar ik ben vegetariër, dat is misschien beperkend.”
“Ik weet dat niet. Ik heb ergens een goed recept gezien voor gepofte kastanjes.”
“Kan dat ook met beukenootjes?”
“Ik ben geen ervaringsdeskundige in beukennootjes.”
“Zei je beukennootjes?”
“Ja…”
“Wat leuk. Ik hou het op de oude spelling. Zullen we dan het eten overslaan en een taalquiz houden die avond?”
“Goed idee. Daar ben ik beregoed in.”
“En de hoofdprijs?”
“Een maaltijdcheque?”
“Een wat?”