Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Bij de dokter

De knappe patiënt zat, slechts gekleed in een slip, op het puntje van de stoel bij de dokter.
Het was niet echt warm in de consulteerruimte, maar toch parelde het zweet op zijn voorhoofd.
De dokter zat te bladeren in papieren met grafieken en moeilijke woorden.
“Is het erg, dokter?”
“Wel, je kan op zijn minst zeggen dat het hier over iets vreemds gaat.”
“Hoe… hoe bedoelt u? Moet ik me zorgen maken?”
“Neenee, geen zorgen… maar…”
“Maar wat? Zegt u het alstublieft dokter, ik wil het echt weten.”
“Wel uw hart…”
“JA!”
“U hebt een gouden hart en dat kom ik nog wel eens tegen, maar uw smeltpunt ligt heel laag, en dat is voor goud dan toch uitzonderlijk. Smelt u over het algemeen gemakkelijk?”
“Dat is te zeggen, als ik een hele knappe vrouw zie dan voel ik me wel week worden van binnen.”
“Precies! Dat bevestigt mijn diagnose.”
“Toen ik me daarstraks liet aanmelden door uw mooie assistente, kreeg ik weer dat gevoel. Mag ik eens vragen, dokter, is zij nog vrij, als ik zo vrij mag zijn?”
“Dat antwoord moet ik u schuldig blijven. Ik moei me niet met het privé-leven van mijn personeel. Maar een vraag terug: Voelde u iets toen u hier binnen kwam?”
“Nee dokter, niet echt.”
De patient werd nog eens gerustgesteld en mocht toen beschikken. Vrolijk fluitend verliet hij de kamer.
De dokter ging voor de spiegel staan en keek aandachtig naar het spiegelbeeld. “Waarom krijgt hij dat gevoel niet bij mij, terwijl ik dat omgekeerd wel voel?” dacht ze.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.