Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Wat er aan de hand is.

Pink komt heel parmantig naar voor, een beetje vrouwelijk zelfs.
“Ahum… Ik vind deze situatie heel, heel…”
En pink valt stil. Hij weet niet goed wat zeggen en draait wat rond.
De wijsvinger moeit zich van op zijn plaats.
“Zeg het dan, man, of ben je daar niet mans genoeg voor.”
Pink kleurt en zet gekwetst een stap achteruit.
De ringvinger neemt het over.
“Het gaat hier over een positie die je hebt. Ik ken de mijne, en ik ben daar heel traditioneel in, ik geef dat toe.”
De pink probeert het opnieuw.
“Samen zijn we toch heel handig. Altijd zo geweest.”
De andere vingers kijken gegeneerd naar hun nagels. Wat een domme uitspraak!
De wijsvinger: “Het gaat over de individuele prestatie, maar ook over samenhang. Dit gebeuren is iets handmatig.”
De andere vier knikken familiaal, maar begrijpen er geen lor van.
De middelvinger rekt zijn kootjes.
“Jullie zijn allemaal zo braaf. En onze vriend in het bijzonder. Voor niks nodig.”
Met onze vriend bedoelt hij Klein Duimpje, want daar zit het probleem.
Klein duimpje veert op.
“Beteken ik dan iets in de totale handeling?”
“Dat zal wel zijn!” bevestigt de middelvinger.
“Dan ga ik vanaf nu een voortrekkersrol nemen.” zegt Klein Duimpje ferm.
De middelvinger komt nu helemaal recht.
“Ik zal voor je duimen.”

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.