Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Zanzibel

Het prachtige paleis van koning Zanzibel is een zeer apart bouwwerk, want het heeft geen binnenkoer. Dat komt omdat Zanzibel kampt met een probleem. Hij weegt namelijk zo licht dat, wanneer hij in de buitenlucht komt, hij onmiddellijk zou opstijgen. Als hij in zijn bed ligt, draperen de kamerheren loodzware dekens op hem, opdat ze hem ‘s morgens niet van het plafond zouden moeten plukken. In de wandelgangen spreken de bedienden wel eens fluisterend over ‘zijne doorluchtige hoogheid’, maar dat durven ze nooit luidop zeggen, want de kans op ontslag hangt eveneens in de lucht. Daar komt nog eens bovenop dat zijne majesteit zeer opvliegend is, en op die wijze bij niemand geliefd. Maar niemand durft tegen hem in te gaan. Zelfs de luchters heeft hij uit het paleis laten verwijderen. Die mensen deden nochtans goed hun werk, want als zij alle kamers hadden verlucht, geurde het overal naar lente en meiklokjes. De bevolking, die de koning nooit te zien kreeg, begon te morren. Was dat nu een koning? Die niet omkeek naar zijn mensen, die precies deed of ze voor hem lucht waren? Nee, het ging niet goed met de relatie tussen het land en het koningshuis. En koning Zanzibel, die bleef maar rondkaatsen in zijn muffe onderkomen en met de dag begon hij er ook bleker en bleker uit te zien, want zon kwam er nooit aan te pas. De verjaardag van de vorst naderde en iemand uit de stad kreeg een idee. Als we de koning nu eens een verjaardagsgeschenk aanboden? Dan zou hij ons toch komen bedanken op het balkon? Het idee kende eerst wat tegenstand, maar mits wat flyers en een goede marketingstrategie begon iedereen over te hellen naar de gedachte. En op de dag zelf klopte een kamenier zachtjes op de deur van de werkkamer van Zanzibel.
“Sire, het volk wil u een gelukkige verjaardag wensen en ze hebben…”
“Laat me met rust!”, klonk het door de gesloten deur, “Ik heb zware zorgen aan mijn hoofd.” Dat deed Zanzibel wel eens, dan bleef hij een tijdje met de beide voeten op de grond.
“Sire, mag ik u geruststellen, u hoeft er niet voor naar buiten te gaan.”
De deur ging open en het hoofd van Zanzibel verscheen.
“Wat hebben ze dan bedacht dat ik niet naar buiten moet?”
“Wel, er is een touw afgeleverd en daarmee kan u het cadeau naar binnen trekken.”
Zanzibel verscheen nu volledig.
“Toon me dat touw!” was het korte bevel.
De kamenier leidde hem naar de inkomhal waar een touw lag dat naar buiten verder liep.
Zanzibel wachtte niet af en begon te trekken. Eerst ging dat goed, maar iets later voelde hij een tegenkracht.
Hij begon uit alle macht te trekken en toen…
De kracht aan de andere kant was veel en veel sterker en voor Zanzibel besefte wat er gebeurde, werd hij naar buiten gesleurd. Aan het andere eind van het touw hing een reuzenballon die Zanzibel onmiddellijk meenam in de lucht.
Hij spartelde, maar liet het touw in zijn angst niet los.
En zo werd hij meegetrokken naar hogere sferen.
De kamenier kon de ganse tekst niet lezen die er op de ballon stond, alleen de laatste regel: “Met hoogachting, uw volk.”
Zanzibel is nooit meer gedaald. In de achting van zijn onderdanen.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.