“Mama, vanavond ga ik voor jou poppenkast spelen, is dat goed?”
“Ja, jongen, als mama klaar is met werken, dan kom ik naar boven en dan ga ik kijken hoe jij fijn poppenkast speelt.”
“Joepie!”
En zonder overgang pakte haar zoontje na een stevige knuffel voor zijn mama, twee autootjes en begon daarmee een’vette race’ te organiseren. Ma keek een beetje afkeurend, toen ze hem dat hoorde zeggen , maar ach, het was nog maar een kind.
‘s Avonds na het eten was moeder op de bovenverdieping de kleren aan het wegleggen toen zij een fijn stemmetje hoorde vanuit de kinderkamer: “En dan gaan we nu samen een liedje zingen.”
“Och,” dacht mama, “de lieverd is alvast begonnen, ik zal straks wel verder doen.” en ze ging binnen in de kamer van haar zoontje en ging zitten op het dikke kussen voor de poppenkast. En ja, twee poppen waren intussen al druk in discussie. “Ga jij straks met me spelen, Kaatje? Ja hoor, Ben, als we nu eens eerst de afwas doen? Wil jij dat met mij doen, Ben? Jij kan mama zo goed helpen, Ben, en je bent haar dikste vriendje.” En zo ging dat maar verder. En moeder zat erbij en keek vertederd hoe de poppen het gewone familieleven naspeelden. Wat fijn, dacht ze, dat hij dat allemaal ziet en onthoudt.
Na een kwartier sloop ze op haar tenen de kamer uit omdat ze vond dat haar man dit toch ook moest zien. Ze ging stilletjes de trap af, en vond haar echtgenoot in de huiskamer gezeten voor een spelbord, klaar om te spelen.
“Je wacht toch niet op onze lieverd?” zei ze, “Want…”
“Oh jawel schat, hij is net even naar het toilet, maar ik ben zeker dat hij direct terug komt. We zijn al een half uur aan dit spel bezig, en hij heeft al drie keer gewonnen. Ik kan je verzekeren dat hij er erg goed in is. Wat is er schat, je ziet zo bleek opeens?”