Ik nip voorzichtig aan mijn koffie op een zonovergoten terras in een klein Italiaans dorp, want de koffie is bloedheet. Dat heb ik aan de dienster te danken, want die had er haar ziel in gelegd. Uit het niets doemt een zilverkleurige cabrio op, die knerpend stopt net voor mijn tafeltje. Ik hou mijn hand beschermend over mijn koffiekop, en in de stofwolk zie ik iemand die sportief en zonder het portier te openen, uit de auto springt.
“Hey amigo, hoe is het?” vraagt een duidelijk vrolijke stem.
“Frank de wolf! Wat kom jij hier doen, en lang geleden zeg!”
“Ik dacht, wie zit daar op een terrasje in zijn eentje? Ik ga eens een ‘buen dia’ zeggen!”
“Euh Frank, niet voor het één of het ander, maar je praat wel al een muiltje Spaans, maar dit is wél Italië.”
“Ach man, zeur niet, ik amuseer me hier rot, weet je dat.”
“Vertel! Want niet alleen ik, maar velen met mij vroegen zich af wat er met jou gebeurd is, sedert die affaire met dat geitje.”
“Da’s al eeuwen geleden, man, ik heb nu mijn werkterrein naar hier verlegd.”
“En mevrouw de Wolf?”
“I know n-o-t-h-i-n-g! Trouwens , ik denk dat ik hier blijf wonen, ik ben hier al een paar interessante geldwolven tegengekomen waar ik een paar leuke deals mee heb kunnen sluiten. Ik ga hier een palazzo kopen en ik heb een knappe Italiaanse ontmoet met wie ik een mooie tijd tegemoet ga. Iets drinken?”
“Allez Frank, wees een beetje ernstig, dat kan toch allemaal niet. Dat van dat geitje, ok, daar ging ik nog mee, maar nu dit hier allemaal…”
“Dus je gelooft je beste vriend Frank niet? Sorry padre, maar dan ben ik oetsiefoetsie. Toedeloe!”
En voor ik ‘cappuccino’ kon zeggen, was Frank al terug in zijn wagen gesprongen en scheurde hij het plein af, een nieuwe stofwolk achter zich latend.
“Alles naar wens?” vroeg de dienster op semi-professionele toon.
“Wel, als ik vrank mag zijn…” en ik tuurde in mijn koffie die totaal ondrinkbaar bedekt was met een laagje stof.
“Nee, dat mag u niet, want dat is mijn aanstaande, en daar bent u al zeker geen kopie van.” Ze draaide zich nuffig om en verdween met de neus in de lucht door het kralengordijn.