(Zij met een bekakt frans accent, hij met een zeurderige stem)
“Chéri, wat ben je vroeg thuis? Oh, er liggen drie blonde haren op je revers…”
“Dat is nog van mijn bewaarengel schat, ik heb je al verteld dat ik die soms in mijn nabijheid kan voelen, en vandaag heb ik haar..correctie, hem! Hem! weer nodig gehad hoor. Ik bespaar je het verhaal, maar dat is de reden dat ik een tikje later ben.”
“Maar schattie, je had me kunnen bellen, dan was ik je ter hulp gesneld!”
“Dat heb ik gedaan lieveling, maar je nam niet op.”
“Oh dan zal ik zeker in de tuin aan het mediteren geweest zijn.”
“Je doet er de laatste tijd langer en langer over, want ik heb zeker een uur of drie geprobeerd je te bereiken.”
“Oh, da’s waar, ik heb nadien iemand van het massagesalon laten komen om me eens goed te verwennen, want ik was helemaal stijf van het mediteren en dat heeft me helemaal ontspannen en ik heb nadien nog een heel goed gesprek gehad met hem, NEE, haar! Haar!”
“Nog een haar? Waar?”
“Nee, niet waar!”
“Mijn duifje, je brengt me helemaal in de war. Maar ik ga nu slapen want het was een bewogen dag.”
“Doe dat, mijn bolleke, je ziet er nog helemaal opgewonden uit, je werkt te hard hoor.”
“Ja muisje, mijn hart maakt overuren, dat heb je goed gezien. Maar nu ga ik naar bed en ik zal zeker van je dromen. Tot morgen!”