De heks Myriana is een schoonheid. Ja, het is ongewoon, de meeste van haar soortgenoten hebben meer puisten op hun gezicht dan je rozijnen terugvindt in een krentenbrood, maar niet Myriana. Haar bezem was ook van een bijzondere elegantie, en als ze door de lucht kliefde, werd zelfs de maan een beetje rood van opwinding. Maar Myriana had een probleem. In het stuk woud waar ze woonde, was de vogelbevolking in de loop der jaren sterk uitgegroeid. En naast het ‘s morgen vroeg twinkelieren, en overdag zenuwachtig rondfladderen, hadden de vogels de gewoonte om haar huisje en omgeving vol te kledderen met excrementen. Dat vond Myriana minder leuk, en dus gebruikte ze haar toverkracht om alle vliegende bosbewoners de een na de ander te veranderen in kruipende of gewoon stilstaande wezens. Het kostte haar tijd, kostbare tijd, maar na negen maanden was er geen vleugel meer die in de lucht klepperde. En Myriana herademde. Eindelijk een rein bos en een woonplaats die je kon betreden zonder alweer onbedacht rond te trappen in… bweuk! Nee, het bos veranderde in een paradijs zoals Myriana dat graag had. En om de overwinning te bekrachtigen plantte ze aan de ingang een groot bord waarop: “Dit bos is vogelvrij!” Dat had ze beter niet gedaan. Sinds die dag werd het bos overvloedig bezocht door jagers. En telkens die een glimp opvingen van Myriana, begonnen ze rond haar te fladderen, en gedroegen zich als simpele duiven met een overdreven baltsgedrag. Uit was de rust. Dat had Myriana niet voorzien. Ten einde raad is ze verhuisd, ver weg van het woud. En nu voelt ze zich vrij als een vogel. Allez, bij wijze van spreken!
Vorig sprookje