Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Ongerust zijn

Dat had Cliff mooi geregeld (dacht hij bij zichzelf). Hij vond dat iedereen in de buurt waar hij woonde er véél te gerust bij liep. Bij sommige buurtbewoners had hij nog nooit een spoor van ongerustheid gezien, alsof er nooit iets kon gebeuren. Er waren mensen die elke dag fluitend door de straat liepen en bij een aantal leek de glimlach wel op hun gezicht gebakken.
Kijk, dat was nu niet hoe Cliff er over dacht. En hij stippelde een parcours uit waardoor hij de ganse omgeving van rust naar onrust kon laten omvormen. En toen hij het plan nog eens overliep, werd hij zelf al een beetje onrustig. Wat als het plan mislukte en iedereen bleef er rustig onder. Maar goed, zo kon hij aan den lijve ondervinden wat het was om onrustig te zijn, en dat kon als voorproefje voor de algehele hysterie wel tellen. Maar zover was het nog niet.
Fase één: Cliff postte op een avond in een flink aantal straten een strooibiljet waarop stond: IN UW BUURT ZIJN DIVERSE INBRAKEN GEBEURD! LET GOED OP UW SPULLEN EN SLUIT ALLES GOED AF! De dag daarna waren er een paar mensen die niet meer floten en eerder angstig rondkeken als ze door de straat liepen. En de avond daarna, toen hij een uurtje weg was om boodschappen te doen, werd er effectief ingebroken… bij Cliff, maar goed.
Fase twee: Cliff vertelde aan de mensen die hij op straat tegenkwam dat er een gek rondliep die mensen zomaar vriendelijk de hand drukte waarna ze heel erg ziek werden. Dit nieuws ging als een lopend vuurtje rond.
Fase drie: Cliff ging diep in de nacht rond met een verfpot en een borstel en kladderde op een aantal gevels een rood kruis. De volgende dag stonden er al mensen bij het immobiliënbureau aan te schuiven om hun huis te verkopen. Het ging goed, tenminste volgens Cliff.
Voor fase vier had Cliff een krantenartikel gemaakt waarvan de bevolking écht zou schrikken. Omdat hij geen computer had, was alles netjes uitgetikt en nu was hij onderweg met zijn bericht naar de redactie van de plaatselijke krant. Nu zou er eens wat gebeuren! Net voor hij aan het gebouw van de krant kwam, schoot er een felle steek door zijn borstkas. Ja, hij was wel heel erg opgewonden. En toen zeeg hij neer op straat. Het laatste wat hij in zijn versmald blikveld kon zien, was een engel die zich over hem boog en zei: “Maak je maar ongerust, jongen, het komt toch allemaal goed.” Dat dacht hij tenminste verstaan te hebben. En daar berustte hij dan maar in.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.