De gids stond samen met de bezoeker in de langwerpige, kale rechthoekige benedenruimte van het huis. Aan de smalle zijden hadden vroeger blijkbaar ramen gezeten of slagdeuren over de ganse breedte, mar dat kon je niet meer zien. Er was nu niets meer en de wind had vrij spel. De vloer was een solide, waterpas afgeplatte zandbodem, alleszins niets wat op beton leek. In de benedenruimte was geen trapverbinding te zien naar boven, hoewel er nog een bovenverdieping op het huis stond.
“Dit was de woonruimte waar Agathon heeft verbleven.” begon de gids terwijl hij met een ontoereikende armzwaai de ruimte wou bevatten. “Achter u stond tegen de muur een eenvoudige maar comfortabele met stof beklede zetel tegen de muur. Verder was er niets, geen schilderij, geen lamp, geen kast, niks.” Hij zweeg even om aan de bezoeker de gelegenheid te geven zich een voorstelling te vormen van het niets in de kamer. “Agathon heeft hier 52 jaar gewoond. Hij had geen verwarming op dit verdiep, maar dat was niet nodig, want hij leefde mee met de seizoenen. En hij liet de seizoenen binnen, letterlijk. Als het waaide in de lente zat hij vanuit zijn zetel te kijken hoe de voorjaarsbloesems zijn living binnen gedwarreld kwamen om aan de andere kant weer te verdwijnen. Vogels die terugkwamen van het zuiden vlogen in formatie door de living om aan de andere kant van deze kamer weer naar buiten te gaan. Verdwaalde eekhoorntjes kwamen hier, voor zijn voeten, hun nootjes verstoppen voor de komende winter. Enkele herten hebben hier, waar ik sta, hun bronstig gevecht beslecht. Agathon kon het allemaal volgen. Beren die hun rug kwamen schuren tegen deze muur, hier ziet u nog de sporen, waren geen uitzondering. De natuur passeerde hier dag aan dag, seizoen na seizoen.” En weer stopte hij om de indruk van dit alles te laten bezinken. “En waar is Agathon nu? Wat is er gebeurd dat hij hier niet meer is? Waar is de zetel naartoe?” vroeg de bezoeker. “Veel vragen ineens,” antwoordde de gids, “Die ik allemaal tegelijk kan beantwoorden. Op een dag is een tsunami gepasseerd en die heeft hier alles weggespoeld. U kan op de muren nog de kristallen zien die het zoute water heeft achtergelaten. In één vloeiende beweging is deze kamer geruimd voor altijd. De deuren, de zetel Agathon, alles weg.” “En boven?” vroeg de bezoeker nieuwsgierig. “Daar kan ik u niet mee helpen. Hoger dan deze verdieping is het logischerwijs bovennatuurlijk. En daar ga ik niet over. Ik doe alleen natuurgidsingen, sorry.”