“Dus burger, u komt aangifte doen van het verschijnen in ons dorp van een nooit-tevoren-gezien dier.” De commissaris leunde even achterover om te relaxen, want zoveel woorden na mekaar zeggen was hij gewoon niet gewoon. Hij plukte een niet aanwezige pluis van zijn uniform en mikte die zogenaamd richting papiermand. Het werd even stil in het verhoorlokaal. De burger zat wat angstig op zijn ongemakkelijke stoel en keek rond in de kamer waar normaal gezien alleen grote criminelen terecht kwamen. Maar omdat alle bezoekersplaatsen waren ingenomen in het politiebureau, een aanrijding, een verdwijning, een kleine diefstal, een burenruzie, afijn, het huis zat vol en de commissaris was naar hier uitgeweken.
“Ja mijnheer, ik heb dit beest nog nooit gezien, ‘t is te zeggen tot een week of drie geleden.” Ook de burger moest even pauzeren want hij was niet iemand die zich om te beginnen op zijn gemak voelde in een politionele omgeving en daarbij kwam nog dat hij wat moeite had met communicatie in het algemeen, maar goed.
“Uw beschrijving doet mij denken aan een hond, een grote hond, want, ik citeer: lengte 1 meter naar schatting, vier poten, twee voor, twee achter, doublecheck, twee links, twee rechts, staart, grote oren, huidskleur zwart en niet in het bezit van een rijbewijs… Tiens dat laatste is bij de print meegekomen, maar dat tel ik niet mee.”
“Ja mijnheer,” zei de burger, “ En het beest is opeens aan mijn achterdeur verschenen, en daarna ging hij weg, en de dag nadien stond hij er terug, en hij keek me heel boos aan, en de dag nadien kwam hij ook terug, en na boos naar me te hebben gekeken ging hij direct weer terug en zo alle dagen na mekaar.” Uitgeput zakte hij wat dieper in de stoel weg.
De commissaris stond op en beende wat door de kamer. Opeens stond hij stil. Hij had diep nagedacht én geconcludeerd. Hij opende de deur en riep in de gang: “Agent van Geel, laat alles vallen en kom onmiddellijk hier.” Iets daarna stond de agent in de kamer.
“van Geel, neem dit signalement mee. We gaan vanaf morgen op zoek naar een loslopende heen-en-weerwolf. Burger, we gaan dit oplossen zoals u dat van ons gewoon bent. U mag beschikken.”