Zes jaar, zes maanden en zes dagen had Bernard er over gedaan. Toen was de kaart vol. Honderd barcodes die je moest uitknippen en plakken à rato van één code per fles wijnazijn was niet niks voor Bernard. Zeker niet omdat hij een éénmanshuishouden was. Tientallen flessen waren gekocht en uitgedeeld voor verjaardagen, feestjes en elke gelegenheid waarbij je een fles wijnazijn cadeau kon doen. De vrienden keken op de duur wel vreemd op toen er alweer een fles (overigens van goede kwaliteit) werd afgeleverd. Alleen de verpakking was telkens anders, eerlijk is eerlijk. Voor honderd barcodes, stond op de eerste fles die hij kocht, kon je een professionele barbecue-set opgestuurd krijgen, waar de buren jaloers van werden (dixit de reclamefolder die bij de kaart was). En dat wou Bernard al heel lang zo graag. Dat de honderd flessen hem een klein fortuin hadden gekost, daar stond hij niet bij stil, want de aankoop was ook verdeeld over zoveel jaren. Voorzichtig stopte hij de kaart in een grote omslag en deed ze op de bus. En wachtte op de zending. Na precies één week lag er een rechthoekig pakketje voor zijn deur. Afzender, de wijnazijnfirma. “Ha, dat zal al een voorschot zijn!” dacht Bernard, het barbecue-handboek of zo. Maar nee, er zat een kartonnen doos in waarvan de inhoud een beetje rammelde als je er mee schudde én een brief. “Geachte klant, wij hebben uw spaarkaart in goede orde ontvangen, maar moeten u tot onze spijt meedelen dat deze actie al een jaar of vijf ten einde is. Ten einde u toch nog te willen belonen, sturen wij u hierbij alvast een geschenk waarvan wij hopen dat u er nog vele dagen plezier aan heeft. Blablabla, met vriendelijke groeten, de wijnazijnboer .” De teleurstelling van Bernard kon niet groter zijn. Hij opende dan maar de doos. Die bevatte puzzlestukjes. Wat een sof… Bernard gooide de doos ergens opzij en dacht er een tijd niet meer aan. En toen werd het winter. Wat is er leuker dan in de winter een puzzle te leggen. Bernard diepte de doos op en begon er aan. Het was niet eenvoudig want de stukjes waren in een heel vreemde vorm gezet. Moeizaam voltooide hij de puzzle. Die gaf niet direct weer wat het onderwerp moest voorstellen. Het was heel wazig gemaakt, met felle en fletse kleuren door mekaar. Maar het lukte. Toen hij het laatste stukje had ingepast gebeurde er iets vreemds. De puzzle werd opeens heel duidelijk, hij smolt samen tot één geheel alsof het nooit een puzzle was geweest en vertoonde een gezicht van een man met donkere fonkelende ogen, een scherpe neus, een smalle mond met krijtbleke lippen en een klein, zwart sikje. En de puzzle sprak hem aan, letterlijk. “Eindelijk!” zei de man, “U heeft me bevrijd na al die tijd. Mag ik me voorstellen, ik ben de geest van het kwaad, maar ik ben de kwaadste nog niet!” Een bulderende lach vulde de kamer. “Zal ik u eens vertellen hoe u zonder problemen rijk kan worden, of hoe u de mensen een hak kan zetten, of hoe u de buren de daver op het lijf kan jagen, of hoe u uw grootste vijand het leven zuur kan maken? Ik kan het allemaal.” En weer die lach die het servies in de kast deed rinkelen. Bernard dacht even diep na, nam toen het kartonnen blad op, opende het deksel van zijn houtkachel en gooide het blad er in. “Pfff, wat een verknipte geest…” zei hij, maar één ding was zeker. Bernard moest zijn kachel de rest van de winter niet meer bijvullen. En stookkosten, als je daar op kan besparen, dan heb je geld over voor ……. Hier ontbreekt nog een stukje, maar u heeft misschien nog ergens een fles wijnazijn staan…..
Vorig sprookje