Hanne keek door het venster naar haar voortuin. Die lag er mooi bij, zoals alleen voortuinen dat feilloos kunnen. Verzorgd, geknipt, gemest en klaar voor de foto. Voortuinen, het zijn ijdeltuiten. Ze ging naar buiten om de post op te halen die er ook deze keer weer niet was. Niemand stuurde haar iets. Nochtans had ze heel veel mensen in de voorbije tijd berichten gestuurd. Ondersteunende briefjes, een aanmoediging, een wens, een compliment, noem het op. Ze deed echt wel haar best om haar ingoede kant te tonen, maar reacties bleven schrijnend uit. Toen ze terug binnen wou gaan zag ze het bloempotje. Het stond voor de deur, maar een beetje uit het zicht. Vreemd, wie zou dat daar gezet hebben? Ze nam het mee naar binnen om het eens goed te bekijken. Het was een bloempotje zoals er dertien in een dozijn zijn, een potje, potgrond en uit die potgrond stak een snipper papier. En daarop stond: “niet om het even wat”. Niet om het even wat… Wat? Ze begreep er niks van. Die avond bleef ze lang wakker en dacht zich suf over de betekenis van de tekst. Wie schrijft zoiets? En waarom? Toen ze eindelijk in slaap viel, droomde ze dat er voor haar deur een spandoek hing met die vreemde tekst erop. De dag daarna stond ze ‘s morgens op en bekeek het papiertje nog eens goed. Er was een rafel voor ‘niet’ en een even slordige rafel na ‘wat’ alsof de woorden gescheurd waren uit een langere zin. Maar welke zin? Ja, ze zocht naar de zin. En het bloempotje bleef dagenlang op haar salontafel staan en telkens in het voorbijgaan kreeg ze weer dat vreemde gevoel. Wie had dit bezorgd en waarom, en wat bedoelde de gever? Het bleef knagen. En toen ze drie weken later meer uit gewoonte dan uit hoop naar de brievenbus ging, lag er een enveloppe in. Iemand had haar iets gestuurd! Ze snelde naar binnen en scheurde de brief open. Er zat één velletje in en daarop stond te lezen: “Beste buurvrouw, ik woon al heel lang naast u, maar ik heb nooit gedurfd om u aan te spreken. Ik vind u een bijzonder iemand, en ik wou graag met u in contact komen, maar ik wist niet hoe. Ik heb u dan maar een bloempotje gestuurd met daarin een zaadje van de gingkgo biloba. Dat is een echt oude boom. Spijtig genoeg reageert u niet op mijn attentie. Betekent dat dat u niets met me te maken wil hebben? Dat zou ik jammer vinden. Hebt u trouwens mijn raad opgevolgd die ik er op een papiertje heb bijgevoegd: Vergeet niet om het even water te geven, want dat heeft hij wel nodig? Liefs, je buurman. “
Vorig sprookje