Gewaarde stadsgenoten, uw bruggervader baart zich oprecht zorgenkinderen. Mecennia lang doen wij in deze gemeenschap woedende verpogingen om onze nazatelingen te leren wat belezen zijn is. Tientallen spraakjesboeken zijn gedrukt op kosten van wij allemaal en mezelf. Maar de kinderen zijn meer te hooi en te gras, maar zeldzaam in de klas (Noot van uw leider: toen ik deze zin bedacht voelde ik me wel heel Trotzki !). En de boekjes blijven incluis. Wij willen het pijlsnel veranderen en doen daarom een vrij beroep op u. Zout u uw kinderen eens willen inpeperen dat talenbekentenis noodzakelijkerwijs is! Analfabetelheid loert om de hoek. Zelf ben ik in de elf jaar naar school geweest. Geweest, ja, ik was wees, maar dat belemmerde mij geen zinsnede. Ziet maar eens hoe ver ik ben geraakt, en waar allemaal, en door wie en wat, en wanneer en zo verder. Ik hoor u denken, neemt onze leider niet teveel boterhammen op zijn vork. Nee, driewerf hoera, als wij onszelf morgen op de postkaart van de wereld willen zetten, dan moeten wij NU plaats grijpen. En zo hoort het ook, en dat ziet u ook, en dat ruikt zelfs een dove. Wie een andere mening toegetakeld is, noem ik salonfabel.
Dat wou ik u, bevolking, toch even belichten.
Getekend: Eenhuisje-Meteenboomernaast