Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Ridder zijn, een simpel beroep

Het was een spannende strijd tussen de zwarte en de witte ridder. Beiden hadden ze al diverse goedgemikte slagen toegebracht, maar geen van beiden wou voor de andere wijken. Daar stonden ze, hijgend en zwaar bezweet in de arena. Het stof zakte langzaam naar de grond, terwijl ze het wit in de ogen van de ander zochten.
“Pfff… dat wordt niks jong.” zei de zwarte ridder terwijl hij zijn zwaard liet zakken. “We zijn mekaar gewoon waard! Kunnen we niks anders verzinnen.”
De witte ridder liet zijn zwaard ook zakken en veegde het stof en het zweet van zijn gezicht, wat voor vreemde strepen zorgde. “Je hebt gelijk.” zei hij, “Wat denk je van een partijtje pietjesbak.”
“Oh nee,” zei de zwarte ridder, “Ik heb dat gisteravond in de herberg moeten spelen met een groep dronken tempeliers, dat vond ik echt geen pretje.”
“Hum, dammen dan?”
“Nee, ook niet, want dan geraken we weer in de war over zwart en wit.”
“Ik wou schaken voorstellen, maar daar ben ik zelf niet zo goed in.”
“Ik ook niet. Wat denk je van pictionary?”
“Ik heb geen potlood bij en papier ook al niet. Maar als we nu eens ‘OXO’ zouden spelen?”
“Dat vind ik het beste voorstel sinds tijden. We doen het gewoon hier in het zand. Jij tekent de horizontale lijnen en ik de verticale.”
En zo begonnen ze het speelveld op te zetten. Maar halverwege tijdens het uittekenen kruisten hun zwaarden mekaar. De ene ridder wou voor de andere niet wijken, en voor ze het wisten, waren ze alweer aan het vechten. En zo geraakten ze toch weer in hun gewone doen.
Ridders, het is zo’n gemakkelijk volk.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.