“Ik heb een besluit genomen.”
“Ik heb het gemerkt ja. En wat vind je er van?”
“Dat ik een besluit genomen heb?”
“Ja.”
“Dat ik dat meer moest doen.”
“Wat houdt je tegen?”
“Niets eigenlijk.”
“Maar ben je tevreden met dit besluit?”
“Ja, eigenlijk wel.”
“Een ander besluit nemen kan je toch nog meer tevreden maken?”
“Is dat niet wat…”
“Niet wat wat…?”
“Euh gulzig!”
“Omdat je snel na je eerste besluit er nog één neemt? Ga weg. Je kan toch zoveel besluiten nemen als je wil.”
“Echt?”
“Natuurlijk man. Daar zijn ze toch voor!”
“Mag ik dan de ganse bak meenemen. Ik zal de bak terug brengen.”
“Doe gerust. Dan ben ik even besluiteloos maar dat is niet erg. Heb je graag een factuur?”