“Ben je er klaar voor?”
“Om het moeras over te steken bedoel je?”
“Nee, heb je de nodige paswoorden bij, dàt bedoel ik.”
“Ik denk het, ik heb wat gegoogled en…”
“Je bent niet écht gaan zoeken hé!”
“Komaan zeg, ik heb wel m’n best gedaan.”
“We gaan gewoon. Eerste paswoord.”
“Drab.”
“Check. Ja, we kunnen verder. Pas op hier wordt het drassig.”
“Ondiep.”
“Ja, klopt. Volgende.”
“Het volgende paswoord is fout.”
“Ja maar…!”
“Het staat hier. Het volgende paswoord is fout.”
“En nu? Hoe moet het nu verder.”
“Ja, als het paswoord fout is…”
“Dan gaan we terug, zou ik denken.”
“Maar nee, we kennen het paswoord toch.”
“Is dat zo? Het paswoord is fout!”
“Dat zei ik toch. Het paswoord is fout.”
“Wacht even. Is dat juist?”
“Nee, het is fout.”
“Zullen we dan toch maar terug gaan?”
“Als jij denkt dat het juist is gaan we maar door.”
Nooit meer terug gezien.