“Oh je hebt een stapel nieuwe sprookjesboeken!”
“Pak er maar eens ééntje vast. Zie je niks?”
“Ze zien er nieuw uit. Hum… en ze ruiken nog naar nieuw. Ah, de heerlijke geur van verse drukinkt.”
“Je kijkt niet goed. Wat heb je daar in je handen?”
“Repelsteeltje.”
“Kijk nog eens.”
“Oei! Repelspeeltje. Een drukfout zeker?”
“Nee, mijn beste vriend. Namaak.”
“Namaak? Dat kan toch niet!”
“Jawel, dat kan wel. Uit China. En dat zijn de andere ook.”
“Nu je het zegt… hier, ‘De twee molenaarsclonen’ Pfff…”
“Ja, erg hé. Die namaak is gewoon verschrikkelijk. Die chinezen leven daar gewoon van.”
“Het peperkoelie huisje. Dat is er wel over. Waar is de tijd dat alles nog authentiek was.”
“Ja, en dat overspoelt de markt tegenwoordig, al die rotzooi.”
“Zeg, maar dit exemplaar van ‘De Chinese nachtegaal’ die lijkt me wel erg écht!”
“Ik heb die nochtans uit dezelfde winkel.”
“Maar dat is wel een sprookje van ginder. Ja kijk, het zit boordevol met authentieke houtsneden. En het is ook een genummerd exemplaar! Waw!”
“Laat eens zien… Ja zeg, die is wel écht écht! Weet je wat? We gaan die herdrukken.”
“Ja, en we geven die uit als originelen.”
“Kassa, kassa!”