Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

De Donkere Tijden

In de donkere tijden, die voorafgingen aan het Gloren, was rechtsspraak in handen van een rechter die tegelijk ook tovenaar was. In sommige gevallen ging het soms ook over iemand die tegelijk smid was, maar dat doet hier niets terzake.
De zaak die me nog steeds door het hoofd spookt, is de rechtspleging van Baldur tegen de bosmensen.
Baldur werd gedaagd omdat hij de bosmensen zou hebben uitgelachen toen ze zo vreselijk graag hun bevolkingsbestand wilden in kaart brengen door middel van een volkstelling.
Het verhaal is een beetje ingewikkeld maar ik probeer klaarheid te scheppen.
Baldur werd door de bosmensen gevraagd om de telling bij te houden.
Op zich niets speciaals.
Maar de bosmensen hadden een apart idee over volkstelling.
Sommigen achtten zich dubbel belangrijk, nog anderen vonden dat ze voor drie meetelden omdat ze niet alleen een bosmens waren, maar ook een oom, een buur, een vriend…
Baldur, die het nodige schrijfmateriaal had aangeschaft, stond dra voor een onmenselijke taak.
Voor hem telde één bosmens als één bevolkingsdeel.
Maar zoals al gezegd, daar dachten de bosmensen anders over.
En dus was de enige uitweg voor Baldur om de bosmensen uit te lachen.
Zo hoopte hij onder de taak uit te komen.
Dat is gelukt.
Maar met een proces aan zijn broek.
Een beige linnen broek.
Hij is zwaar veroordeeld door de rechter.
Aan wie ik achteraf vroeg: “En als nu meerdere mensen betrokken waren bij de volkstelling, was het dan beter afgelopen voor Baldur?”
“Tja, dit was natuurlijk een éénmanszaak, dat is een kwetsbaar gegeven. Moesten er meer mensen bij betrokken zijn geweest, dan was er sprake van een vennootschap. En daar heb ik als rechter minder vat op. Baldur heeft gewoon tegenslag gehad.”
Ja, het waren Donkere Tijden.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.