“Koningen hadden vroeger een gevolg.”
“Dat weet ik nog. Je had koning Timpernol en die had een gevolg van wel….”
“Maar dat is nu niet meer.”
“Ah nee?”
“Nee! Koningen hebben nu een vervolg.”
“Een vervolg. Dat is dan iets helemaal anders.”
“Ja en nee.”
“Dat klinkt als een geforceerde wijziging, zo van, het is niet meer hetzelfde, helemaal niet zelfs, maar we doen alsof het nog zoals vroeger was.”
“Zo ingewikkeld is het niet hoor. Even terug naar de koning. Hoe heette jouw voorbeeld van daarnet ook al weer? Pimpernel zei je toch.”
“Timpernol! Je hebt niet niet goed geluisterd.”
“Ach, Pimpernel of Timpernol…”
“Nee! Dit is belangrijk. En in het vervolg zou ik graag hebben dat je…”
“In ‘het vervolg’… Je bent mee.”
“Nee, juist niet.”
“Ik ben niet meer mee. Het is hetzelfde als zeggen, chocolade of radijzen.”
“En wat kies je dan?”
“Wordt vervolgd?”
“Goede keuze.”