“Gaat u geen bloemen kopen voor uw vrouw vanavond voor u naar huis keert?” vroeg de man die onverwacht naast de bediende met zwaaiende aktentas was komen lopen.
“Hé! Nee, ik denk het niet.”
“En waarom niet?”
“Wat een rare vraag.” hijgde de bediende want hij was haastig.
“Misschien dacht u eerder aan een juweel of zo.”
“Maar nee! Mijn vrouw verjaart niet vandaag en Valentijn is het ook nog niet.”
“Dat vind ik nu een echt vreemde opmerking!” zei de man en hij bleef pal staan.
De bediende liep verder en draaide zich toen om en kwam snel terug.
“Wat bedoelt u daar mee? U kent mij toch niet en mijn vrouw nog minder.”
“En dan? Ik wil alleen maar helpen hoor, maar als u mijn goede raad in de wind slaat…”
En de man draaide zich om en ging zacht fluitend weg.
Onderweg naar het werk bleef de bediende denken aan de rare snuiter.
Na het werk besloot hij om toch maar iets te kopen en hij vond ergens een mooie, maar nogal prijzige zijden sjaal. Hij kocht hem toch maar.
“Lieve schat!” riep zijn vrouw verrukt. “Je bent de dag van ons eerste afspraakje niet vergeten, want dat is vandaag, dat is juist. Wat lief! En ik ben het eerlijk gezegd glad vergeten.”
“Ja…” zei de bediende terwijl hij zijn keel even schraapte, “Soms denk ik wel eens voor twee.”