Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

En toen...

Op het ogenblik dat Jean-Louis neerzeeg in de stoel veranderde de kamer rondom hem van uitzicht.
Hij zat niet meer in een omgeving vol troep, maar in een kamer die smaakvol was ingericht en duidelijk nog werd bewoond. Op de zetel lag een heel fijn naaiwerkje waar zo iemand terug aan kon beginnen als ze de kamer zou betreden.
Jean-Louis stond op uit de stoel want hij wou de intimiteit niet verstoren.
Hij ging naar een deur aan de andere kant van de kamer, opende die, en stapte buiten.
En hij stond buiten.
Aan de overkant van de straat piepte een uithangbord heen en weer in de wind.
Jean-Louis stak de straat over en bekeek het bord aandachtig.
‘Waarom hangt dat bord hier?’ stond er op het bord.
Dat was precies wat hij dacht.
Hij keek even rond in de straat en toen terug naar het bord.
‘Zal ik misschien eens naar binnen gaan?’ stond er nu op het bord.
Alweer wat hij dacht.
En hij ging naar binnen.
Hij zag niet dat er achter hem op het bord verscheen: ‘Betreeden op eichen risco’.
In de ruimte waar hij nu terecht kwam stond niks.
Alleen een grote kartonnen doos.
Zo eentje waar je vroeger een televisietoestel in verpakte.
Geen opdruk, geen verwijzing.

Er komt nog een vervolg.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.