Bella de koe en Francine de struisvogel fietsen samen over een landweggetje. Bella kijkt verrukt.
“Ik ben nog steeds content dat ik van mijn nicht uit Zwitserland eindelijk die bel heb toegestuurd gekregen. Het zal wel niet reglementair zijn, maar nu kan ik overstekend wild tenminste waarschuwen als ik er aan kom.”
“Dat zal wel! Wist je trouwens dat het dit jaar 25 jaar geleden is dat alles veranderd is voor ons.”
“Is dat al zo lang? Wat gaat de tijd snel, zeg.”
“Jaja, en dat danken we allemaal aan die goede George.”
“Ja, onze George, hij heeft dat toch maar goed gedaan.”
Ze passeren vier kippen die in de graskant aan het kaarten zijn.
“Haha, hier zie, een full house! Ik ga jullie plukken, meisjes!” gilt één van de speelsters.
Bella en Francine keken vertederd naar het schouwspel.
“Ach, die kippetjes, ze zouden mekaar de nek omdraaien voor het winnen van een kaartspel.”
“Tja, die kennen het woord ‘legbatterij’ niet, hé. Daar zijn ze ei zo na aan ontsnapt.”
Iets verder kwamen ze aan een kraampje dat werd uitgebaat door een schaap.
Er waren geen kopers te zien.
“Veel geblaat…”
“Ja, daar is het wat misgegaan, toen. Maar goed, ze zijn ook mee gegaan in de verandering.”
Opeens remde Francine.
“Bella, weet jij waar ik nu eens zin in heb.”
“Nee.”
“Om naar de bioscoop te gaan.”
“En wat wil je gaan zien?”
“Ze spelen ‘Brother big is watching you!’ Heb jij die al gezien?”
“Nee. Maar heeft die goede kritieken gekregen?”
“Da’s zeker. Want iemand van bij ons op de boerderij speelt er in mee.”
“Als we ons haasten kunnen we de vertoning van zes uur nog halen.”
Het was een beestig goeie film.