Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Dit is...

Emilia liep wat doelloos te wandelen. Nu vindt Emilia dat niet erg, want zo kom je wel eens ergens of je ontdekt wel wat. En zo belandde ze na een echt wel lange wandeling in een dorp dat ze nog nooit had verkend. Ze bleef even staan om rond te kijken. Van de andere kant kwam een man aan die, en Emilia zag het eerst niet, op zijn kousen over het voetpad ging. Toen hij dichterbij kwam, zag ze naast de man een paar schoenen die in dezelfde beweging als de man de weg afliepen. “Dag mijnheer,” zei Emilia beleefd toen ze op een meter of twee van mekaar waren, “U loopt zonder schoenen, maar ik zie naast u wel…” Ze hoefde haar zin niet af te maken. De man stopte abrupt, en de schoenen naast hem deden hetzelfde. “Ja, juffrouw, ik loop naast mijn schoenen, en daar heb ik hoegenaamd geen probleem mee.” En met de neus hautain in de lucht wandelde hij verder. Iets verder passeerde ze een vrouw die met haar hoofd in de wolken zat. Emilia stelde deze keer geen vragen. Nog wat later kwam ze voorbij een man die in de puree zat. Emilia liep er met een boogje omheen. Beuh, dat was geen leuk gezicht! Nog iets verder kruiste een man met twee gezichten haar weg. “Kan u me vertellen waar ik ben?” vroeg Emilia. “Ja hoor!” zei het ene gezicht vrolijk. “Nee hoor!” antwoordde het andere gezicht even vrolijk. Ja zeg, daar heb je ook wat aan. En in gedachten verzonken merkte ze zelfs de vrouw niet op die zichzelf constant voorbij liep. Het ging ook allemaal zo snel. En toen arriveerde ze op een open plek. Het eerste wat haar opviel was dat de enkele bomen die kriskras op de open plek groeiden, geen schaduw afwierpen. Wat vreemd. In de verte zag ze een rotsblok dat schijnbaar gewichtloos in de lucht hing. “Waar ben ik toch?” vroeg Emilia zich af. Een oudere heer was uit het niets verschenen en zette zich neer op de enige bank die er stond. Hij haalde een papieren zakje tevoorschijn en strooide wat kruimels voor zich neer. Uit het zwerk daalde een sneeuwwitte duif neer die enthousiast de kruimels begon op te pikken. De kruimelstrooier zat vergenoegd naar de duif te kijken alsof het een prijsbeest was. “Mijnheer, waar ben ik nu eigenlijk?” vroeg Emilia nogmaals beleefd. “Dit is Magritte, juffrouw.” fluisterde de man zacht en met een cirkelvormige beweging boven zijn hoofd gaf hij de scherp afgelijnde omvang aan van zijn eigenste, maar voor hem zeer bekende wereld.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.