Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Zo eens een voorstel

“Wie heeft dat jongetje toelating gegeven om binnen te komen?” schamperde één van de oude wijzen. “Hij heeft zichzelf binnengelaten.” was het laconieke antwoord. “En wat kom jij doen jongen op de raad van wijzen? Wat zou jij ons kunnen vertellen dat we nog niet weten?”
“Kijk, mijnheer, ik lag gisteravond een beetje wakker te liggen in mijn bed, en ik had in een flits een keileuk voorstel.”
“Kei…wat?”
“Als we nu eens, dacht ik zo, het dorp op stelten zetten.”
“En waarom zouden we dat doen?”
“Als we het ganse dorp op stelten zetten, zetten we onszelf meteen een beetje hoger en kunnen we uitkijken over de andere dorpen.”
Verschil met de andere dorpen, een beetje hoger, dat sprak de wijzen wel aan, want het leven was nu toch al één en al sleur, en eigenlijk waren er de laatste tijd niet veel nieuwe ontwikkelingen meer geweest, en het dorp kon een beetje zuurstof wel gebruiken.
Dus kreeg het jongetje vrij spel. Hij mocht het dorp op stelten zetten.
Dat hebben de wijzen geweten. Het jongetje ging zijn boodschap overal vertellen. Binnen de kortste keren waren alle regels en gewoonten van de kaart geveegd, iedereen deed zijn zin, het was overal alle dagen feest en iedereen deed zijn goesting.
En het jongetje? Die liep braaf door het dorp op zijn stelten, want dat was precies wat hij had bedoeld.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.