De meeste kindjes hebben schrik in het donker. Maar niet Nadja, oh nee. Zij houdt van het donker en weet er feilloos haar weg in te vinden. Is ze dan blind, vraagt iemand. Integendeel, Nadja heeft een bijzonder scherp zicht. Ze ziet dingen die iemand anders niet ziet, en ze kijkt ook dwars door mensen heen. Een bijzonder exemplaar, die Nadja. Die avond, toen alles allang stil was in het dorp, stapte ze de deur uit. Het was een avond vol wolken, maar zonder regen, en de maan was maar een flauw sikkeltje dat zich probeerde te boren door het duister. Tevergeefs, het was een pikdonkere nacht. “Heerlijk!” dacht Nadja, “Zo hebben we ze graag.” En ze verkende zonder over ook maar één obstakel te struikelen de nabije omgeving. Ze zocht bewust de stille steegjes op. En in één ervan was het raak. Ze deed of ze hem niet zag en botste pardoes tegen een grote, onhandige figuur op. “Boe!” riep die. “Ah, dag Boeman.” zei Nadja lief. En de Boeman: “Je hebt geen schrik van me? Als ik andere mensjes tegen kom, rennen ze gillend weg.” “Ik zou niet weten waarom, jij doet toch ook maar de dingen die van jou verwacht worden. Weet je, ik zou eens graag die vacht van je voelen, die moet wel heel zacht zijn.” “Boehoe!” snikte de Boeman opeens, “Dat heeft nog nooit iemand aan me gevraagd. En dat is precies wat ik zo graag zou hebben.” “Laat ons nu niet sentimenteel gaan doen.” zei Nadja streng, “Ik ga niet met je trouwen hoor, en je moet je job wel ernstig nemen.” De Boeman veegde haastig zijn tranen weg. “Ja mevrouw, maar laat ik het toch niet ontkennen dat ik ook maar een wezen ben mét gevoelens.” “Jaja, daar heb je wat aan als niemand je aanraakt.” Maar ze zag dat de bovenlip van de Boeman alweer begon te trillen en ze haastte zich om te zeggen: “Maar op ieder potje past een dekseltje. Dus wees maar zeker, als je lang genoeg zoekt vind je de ware Boevrouw vanzelf.” “Denkt u?” hoopte de Boeman. “Zonder enige twijfel!” was de kordate repliek van Nadja. “En we gaan vanavond nog op zoek. Voel je je al wat lichter?” De Boeman knikte als een kind die een simpele regel plots onder de knie had. “En onthou, mijn beste Boeman, wie het donker inziet, is nog zo slecht niet af.” En samen schuifelden ze de nacht in, op zoek naar de ware voor hem en de klaarheid voor haar.
Vorig sprookje