Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Wat Wendy wekenlang wou weten.

Boven de kleine donkerbruine houten deur in de immense rots was een woord gegrift, nogal slordig maar je kon het duidelijk lezen: D.U.A. Wendy was hier al een hele tijd stiekem naar toe getrokken om de tekst en de deur te bekijken. Haar ouders zouden dit niet toegestaan hebben, want over deze plek in het woud deden de raarste verhalen de ronde. Hier zouden geesten rondzwerven en mensen verdwenen zijn, maar Wendy was té nieuwsgierig om hier weg te blijven. En vandaag stond ze weer voor de deur. Ze deed haar glanzend rode pumps uit en trok haar stoute schoenen aan. Haar pumps zette ze netjes naast de deur en voorzichtig duwde ze op de klink. De deur ging moeiteloos open. Wendy verwachtte dat haar een muffe geur tegemoet zou komen, maar dat was niet het geval. Het was eerder een frisse luchtstroom die naar buiten kwam als nodigde die haar uit: “Kom binnen, het is hier gezellig.” Wendy stapte binnen en stond in een lange, toch wat lage gang. Ze ging stilletjes verder en merkte daarom niet op dat de deur achter haar geluidloos sloot. Maar Wendy wou weten wat daar binnen was. De gang maakte na zo’n honderd meter een bocht naar rechts, dan iets verder één naar links en opeens stond ze in een gigantische ruimte. Boven, onder, links, rechts, achter, voor, overal stonden, lagen en hingen klokken, wekkers, pendules, staande klokken en alles wat maar de tijd aanduidde. Ze zag zelfs een stapel keukenwekkers liggen. Maar het vreemde was dat ze allemaal stilstonden. En allemaal op tien na tien. Ja, de keukenwekkers niet natuurlijk. Het was er doodstil en Wendy keek haar ogen uit. “Hallo!” zei ze bibberend, want het was er toch wat fris, “Is daar iemand?” “Jawel,” zei een scherp stemmetje, en een ei op pootjes kwam ergens tussenuit. Het ei had een gezicht, en dat keek haar vriendelijk aan. “Komt u tijd kopen?” vroeg het ei, want Wendy zei niets terug, zo verbaasd was ze. “Wel, dat weet ik niet, want ik wou alleen weten wat hier was.” “Wat hier was…” herhaalde het ei langzaam, “ Dat heeft u mooi begrepen. En omdat u zo’n pienter meisje bent zal ik u een cadeau doen.” En het ei pakte een klein klokje van een schap en stopte het haar in de handen. “Hier ga je nog veel plezier aan hebben.” zei het ei met twinkelende oogjes. “Uitgang langs hier alstublieft.” En voor Wendy het wist stond ze alweer buiten. En ze…
Nee, dat vertel ik u later, of misschien niet, maar dat begrijp je dan wel.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.