Omdat het weekend voor de deur staat, willen we jullie eens verwennen met een delicatesse. En wat voor één!
Men zoeke een mooie schijf drakenstaart uit op de sprookjesmarkt. Let wel, het vlees moet vuurrood zijn, en een beetje rokerig ruiken. Als u niet zeker bent, vraag het aan een heks op de markt (er lopen er tig rond en je herkent ze aan de harige puist op hun neus) en die zal je zeker van advies kunnen zijn. Let alleen op dat ze niet stiekem een toverspreuk uitspreekt over je aankoop want dan maak je kans op een voedselvergiftiging! (tip: het vlees moet na keuring door de heks krakend vers zijn, als het krakerig wordt, niet kopen.)
En dan, leg thuis de staartschijf gedurende één nacht in een marinade van ambrozijn en fijne kruiden en doe er een lepeltje slangostura bij. Giet de marinade de volgende ochtend niet weg, want dat is een uitstekend middeltje tegen brandwonden. Dus, alle vloeibaars in een fles en een kurken stop er op.
Zet een grote pan op het vuur waar de schijf precies in past en neem een flinke plak boter van boterbloempjes. Laat die sissend bruin worden en leg er dan de schijf in. Laat goed bruinen aan twee kanten en minder dan het vuur tot een zacht pitje. Laat een kwartier sudderen met het deksel op de pan. Strooi er dan gemalen lege kabouterhuisjes overheen en zet terug op een hard vuur voor pakweg vijf minuten.
Dien de schijf onmiddellijk op een bord op (een mooie schijf kan je uitserveren voor makkelijk acht personen) en versier met ridderspoor en helmshoedkruid.
(Leuke tip voor de gasten: in sommige stukken van de staart zit een wensbeentje.)
Eet drakelijk!
Vorig sprookje