Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

De laatste wens van de sneeuwman

Die dag scheen de zon, tenminste toch een deel van de dag. De voorbije dagen was het kwik noch ‘s nachts, noch overdag boven het vriespunt uitgekropen. Dat maakte dat de sneeuwman in de tuin er nu al een volle veertien dagen verstard bij stond. Dat hij er al zo lang was, vond hij wel een fijn idee. Maar toch ontbrak er iets. De kinderen hadden hem bij de eerste zware sneeuwval joelend bijeen gerold en hem opgesteld met zijn gezicht richting huis, zodat ze hem vanuit alle vensters goed konden zien staan. In het begin kreeg hij nog constant aandacht, er werd zelfs naast hem geposeerd door de halve buurt, want het was een mooie sneeuwman geworden, dat moet gezegd. Maar na een paar dagen verslapte de belangstelling en stond hij dikwijls uren doelloos te turen. En dan hoorde hij dat er achter hem ook nog leven was. Wat hij niet wist, was dat er achter de tuin een grote wei lag, waar koeien, geiten en paarden rondliepen. Maar hij hoorde ze wel, en hij zou ze graag eens zien. Hij probeerde wel om in de spiegeling van de huisruiten te kijken, maar die waren zo ver dat hij enkel wat wazige beelden zag. En dus was hij blij dat de zon scheen, want als hij éénmaal begon te smelten, kon hij zijn hoofd misschien wel een beetje laten draaien. De zon scheen die dag nog niet hard genoeg, maar de volgende dag was het raak. De thermometer wees iets rond de 14 graden aan en het smelten begon definitief. Maar het ging niet goed, want hij smolt alleen maar naar links zodat hij een zeer vreemde kijk kreeg op de wereld, alsof hij een beetje dronken was, en zoals u allen wel weet, kan dat niet, want een sneeuwman bestaat alleen maar uit water. Nog een paar dagen verder hielp het toeval hem een handje. De kinderen van de buren kwamen voetballen, want winterpret was alweer verleden tijd, en een goedgemikt schot tilde zijn hoofd van zijn romp en liet het tollen zodat het stil viel met zicht op de wei. Maar zijn hoofd lag ondersteboven zodat hij meer lucht zag dan wat anders. Eén van de kinderen, een grapjas, kwam zijn hoofd optillen en duwde het achterstevoren op zijn lijf. Precies wat hij wou! En nu had hij eindelijk volledig uitzicht op de bonte wereld van de viervoeters en keek uren vol verbazing naar die bruine, zwart-witte en witte beesten die de ganse dag door mekaar liepen, gras aten en schaamteloos in de natuur naar het toilet gingen. Dat was nog eens wat anders dan die doordeweekse brave kindertjes. Intussen zakte zijn lichaam dieper weg in het gazon. Nog twee dagen kon hij genieten van al dat fraais en toen smolt het laatste beetje sneeuwman. Zijn koologen verdwenen in het hoge gras. Het laatste wat hij zag was de glinster in de ogen van de kat van de buurman.

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.