Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Te koop

Edgar hijgde want hij had zich gehaast om op tijd te zijn. In de deuropening van de cottage stond een man minzaam glimlachend op hem te wachten. “U bent precies op tijd, mijnheer Spendish. Volgt u me maar.” En Edgar betrad voorzichtig de woning die hij, nee, eigenlijk zijn vrouw, toevallig tijdens het voorbij wandelen te koop hadden zien staan. Hun blik had zich gekruist en ze wisten direct ‘Dat wordt ons nieuwe huis!’ terwijl ze geen flauw idee hadden van de prijs of mogelijke ongemakken. Het was gewoon intuïtie die hen had gedreven om het makelaarskantoor te bellen voor een afspraak. En daar stond hij dan in een stoffige, maar huiselijke gang die leidde naar wel vijf deuren. “Ik neem u even mee naar boven.” zei de makelaar plechtig. Op de trap spurtte plots een poes langs hun benen. “Oh, dat is onze karthuizer, die is hier kind aan huis.” zei de man. Een huispoes, wat leuk, en zomaar in de prijs inbegrepen. Edgar was dol op poezen. Op de overloop aangekomen had je zicht op een venster naar buiten (Je kon de kruinen van de fruitbomen in de tuin zien, heerlijk!) en daar waren alweer vijf deuren, waarschijnlijk evenveel slaapkamers of misschien nog een badkamer of twee. De vloer was mooi gepolitoerd en de deuren waren geverfd in een diepe crèmekleur. Alles ademde een sfeer uit van overweldigende gezelligheid.
Wordt vervolgd…

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.