Van sirenes is algemeen geweten dat ze in vroeger tijden de matrozen lokten van op hun rots, en dat ze er voor zorgden dat schepen op een vreselijke manier te pletter sloegen tegen diezelfde rots. Bij dat voorval was de sirene natuurlijk allang terug naar huis, dat kan u zich inbeelden. Op die rots blijven zitten was gewoon je leven riskeren als sirene. Maar die tijden zijn voorbij, er is nu radar en er zijn satellieten en nog meer high-tech, dus zijn sirenes zonder meer hun werk kwijtgeraakt. Wat doen tegenwoordig al die verleidelijke meisjes? Wel, onlangs heeft een eindejaarsstudente aan een universiteit daar een eindwerk over geschreven, enkel ondertekend met ‘Misschientje’. In die studie heeft zij in één ruk eens de ganse mythen- en sprookjesbevolking onder de loupe genomen en nageplozen waar al die figuren nu mee bezig zijn. En wat is de conclusie: heel wat sirenes zijn tegenwoordig aan het werk bij de brandweer, op meldingstorens, bij atoomcentrales, en nog een groot percentage werkt bij particuliere huizen of is zelfs tewerkgesteld onder de autokap. Werkloosheid in die bevolkingsgroep? Nada. Een rits oude draken zijn zich voor politiek gaan interesseren en komen daar royaal aan de kost. Het gros van de heksen heeft zich op de waarzeggersmarkt gestort en de prinselijke kikkers verblijven ‘en masse’ in poelen, vijvers en dies meer, waar ze het eco-systeem in stand houden. Vele ridders hebben zich ontpopt als moraalridders en komen daar in kranten en columns goed mee aan de kost. Kabouters figureren in menig tuin als statisch opzichter. Tovenaars zijn tegenwoordig consultants, alhoewel ze daar wel af en toe een steek laten vallen, zo blijkt uit het rapport, maar goed, ze zijn toch maar onder de pannen. Kijk, is dat geen duidelijk signaal? Als je je afgeschreven voelt, doe aan herscholing en je kan de draad van het leven terug oppakken, je leven wordt terug een sprookje als het ware.
Vorig sprookje