Het sprookje van de dag

Mag het efemeer zijn?

Ocharme dat schaap

Het koude neonlicht zoemde irriterend en verlichtte koud de vloer van de toiletruimte. Een dood schaap lag in een verkrampte houding in een gestolde plas bloed. Decennia lang al was er elk jaar een beschaafd bal voor alle leden van het dierenbos en nog nooit was er iets gebeurd, zelfs geen diefstal of een banale vechtpartij, maar nu dit. Een moord. Inspecteur Pierrot nam zijn gsm en belde het bureau. “Alma heb jij zicht op de aanwezigheidslijst van het bal van het dierenbos. Fax me die zo snel mogelijk.” Hij klapte het mobieltje dicht en liep voorzichtig rond het kadaver, er voor oplettend om niet in de plas te stappen. De politiefotograaf kwam binnen en begon uitgebreid foto’s te nemen. Pierrot verliet het toilet en ging naar de balzaal. Die maakte een overhaast verlaten indruk. Zelfs de muziekinstrumenten lagen kriskras op het podium. Dat klopte, want toen het nieuws van de moord bekend raakte, had iedereen ijlings het pand verlaten. Pierrot stond nog wat te dubben toen de portier van de zaak, een makaak, naar hem kwam, met een paar vellen papier in de hand. “Alstublieft, mijnheer, dit is net voor u binnengekomen.” De makaak boog vervolgens als een knipmes en verwijderde zich discreet. “Eindelijk nog eens een beschaafd mens.” bedacht Pierrot zich toen hij de aanwezigheidslijst begon door te nemen. De lijst gaf geen soelaas, want de kring van aanwezigen was zo trouw dat de allereerste lijst ooit, in gotische letters nog, gewoon in copy en paste jaar na jaar opnieuw werd afgedrukt. Twee boa constrictors, da’s al niks want het slachtoffer was niet gewurgd. Een groepje gifkikkers, maar daar kon via dna bekeken worden of ze hun gif nog allemaal hadden, en welke kikker vermoordt een schaap op die manier. Plots stond de makaak terug naast hem. “Excuseer, mijnheer, misschien is het niets, maar ik dacht zo…” “Zeg op man, is er iets wat je weet wat ik niet weet?” “Wel, mijnheer, ik ben hier al jaren portier en ik ken zowat iedereen en dit jaar was er iets vreemds aan de hand.” “Wat bedoel je met vreemd, kom terzake!” “Wel, ik heb per groep dieren altijd een lijstje, dat is makkelijker voor de vestiaire, want soms blijven er na het bal nog een paar dassen hangen die…” “Alstublieft…” kreunde de inspecteur ongeduldig. De makaak ging een beetje blozen aan zijn achterkant. “Wel, er is vanavond een schaap binnengekomen na de anderen, ik bedoel de volledige kudde was al binnen, en toen is er nog eentje nagekomen. En het leek me geen normaal schaap, het paste niet bij die die al binnen waren.” “Bedankt.” zei Pierrot en onderweg naar het bureau herkauwde hij de informatie. “Dus er is een schaap dat naar het bal is gekomen, wat niet bij de kudde hoorde, misschien een verloren schaap, maar die er toch wou bijhoren. Ocharme dat schaap, de eerste keer naar het bal en dan dit meemaken. Morgen ga ik die geldwolf van een zaaleigenaar eens onder handen nemen. Dat zou een doorbraak kunnen zijn.”

Vorig sprookje
Particulier gebruik van de teksten van "Het sprookje van de dag" mag mits bronvermelding. Commercieel gebruik is niet toegelaten.